De rivier de Arno die Florence in tweeën splitst maakt tegenwoordig slechts deel uit van het prachtige decor van de stad, terwijl het in vroeger tijden een drukte van jewelste was op en bij het water. De rivier was de levensader van de stad en werd gebruikt voor vervoer, visserij, zand en water en om de was te doen. Zoals te zien in deze prachtige foto uit 1896, met de Ponte Santa Trinità en de Ponte Vecchio in de achtergrond.
Als je in de 19e eeuw vanaf de Ponte Vecchio over de Arno uitkeek, had je tientallen platbodem schuiten gevuld met zand en grind op het water gezien. Tot aan ongeveer WWII was de rivier het domein van de Renaioli. Deze mannen dankten hun naam aan dat wat ze het meeste vervoerden: rena (zand). Eeuwenlang werd het zand en grind dat de Renaioli van de rivierbodem schepten gebruikt om de Florentijnse huizen en palazzi te bouwen. Het was een hard leven op het water tijdens alle weersomstandigheden en de Arno lijkt misschien een kalme rivier, maar de geschiedenis leert ons dat hij in het verleden regelmatig buiten zijn oevers trad en de stad onder water zette. De laatste grote overstroming vond plaats in 1966.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden de Renaioli van het water verdrongen door modernere methoden zoals het baggeren en verdwenen de karakteristieke bootjes uit het stadsbeeld. Totdat in 1995 de vereniging “I Renaioli” werd opgericht ter behoud van de historische platbodems. Verschillende originele bootjes werden opgeduikeld, o.a. van de bodem van de rivier en werden gerestaureerd zodat ze het water weer op konden. Nu niet meer gevuld met zand, maar met toeristen.
Tijdens een 45 minuten durende boottocht in een authentieke Renaiolo boot vaar je vanaf het begin punt bij Piazza Mentana over de Arno, onder de Ponte Vecchio, onder Ponte Santa Trinità en langs indrukwekkende historische gebouwen zoals de Uffizi, Vasari Gang, Palazzo Corsini en de S. Jacopo in Soprarno kerk.
Op een zonnige dag eind september stapte ik in de boot voor een rondleiding met gids Lavinia van ArteMide, het collectief van 5 jonge stadsgidsen waarmee ik eerder op stap ging door de stad. Langzaam dobberden we in het midden van de rivier terwijl onze gids ons van alles vertelde over de gebouwen waar we langs voeren.
De kades in het hart van de stad, Lungarni, werden pas in de 19e eeuw aangelegd en om plaats te maken raakten verschillende palazzi die langs het water gebouwd waren een stuk van hun tuin kwijt en werden zelfs hele stukken straat afgebroken en palazzi “ingekort”.
De prestigieuze juweliers winkeltjes die nu op De Ponte Vecchio zitten, waren er overigens niet altijd. Tot aan de 16e eeuw was de brug het domein van de slagers. Het was wel zo handig om boven de rivier te zitten want je kon het afval zo naar beneden gooien. In 1593 liet Groothertog Ferdinando I alle slagerijen sluiten omdat hij niet meer tegen de stank kon als hij door de Vasari Gang liep die zich bovenop de brug bevindt.
De S. Jacopo in Soprarno kerk bevindt zich aan de Oltrarno kant van de rivier en valt op omdat hij helemaal ingebouwd is door andere gebouwen en hij bijna in het water staat. De Florentijnen hebben hem dan ook de bijnaam gegeven van “de kerk die met zijn kont in de Arno staat”.
Ondanks dat je midden in de stad zit, is het opvallend hoe veel stiller het toch is op het water. Het enige andere “verkeer” op het water bestond uit een paar roeiers afkomstig van de roeivereniging die aan de kade onder de Uffizi gevestigd is.
Ik vond het ontzettend leuk om de stad eens uit een heel ander gezichtspunt te bekijken en het was een bijzondere ervaring om onder een brug door te varen die toch bijna 7 eeuwen oud is. De Ponte Vecchio stond zoals gewoonlijk vol met toeristen toen we eronderdoor gingen en de mensen zwaaiden vrolijk naar ons.
In de onderstaande video zie je hoe we onder de Ponte Vecchio doorvoeren.
De Renaioli varen van mei tot eind september en het is mogelijk om er een Engels sprekende gids bij te huren. De boten worden per groep verhuurd.
FOTOGALERIJ
Klik op de foto’s voor een grotere weergave.
Bron historische foto’s: Vecchia Firenze Mia