De laatste bestseller van Dan Brown “Inferno” speelt zich voor een groot gedeelte af in Florence en één van de plaatsen die een prominente rol vervullen in het verhaal is de Giardino di Boboli (Boboli Tuin). De hoofdpersonen van het verhaal Robert Langdon en Sienna Brooks doorkruisen de beroemde tuinen in hun poging om aan hun achtervolgers te ontkomen.
Ik bezocht de Gardino di Boboli en ging op zoek naar de plekken die in het boek genoemd worden. Langs de Isolotto via de looftunnel en Viottolone naar de Neptunus fontein en vandaar uit naar de Grotta del Buontalenti en de deur die toegang biedt tot de Vasari gang.
Dankzij hun enorme uitgestrektheid vormden de Boboli-tuinen tegenwoordig een populaire toeristische attractie. Als ze toegang tot de tuinen wisten te krijgen, zouden Langdon en Sienna ongetwijfeld onopgemerkt naar de andere kant kunnen komen en zo de Porta Romana omzeilen. Bovendien zouden ze zich in de tuinen overal kunnen verbergen – er waren bossen, doolhoven, grotten en waterpartijen met nimfen. En wat nog belangrijker was, via de Boboli-tuinen zouden ze uiteindelijk bij het Palazzo Pitti uitkomen, de stenen citadel die ooit het bestuurlijke centrum was geweest van het groothertogdom van de Medici en die met zijn honderdveertig kamers nog altijd een van de drukst bezochte toeristische attracties in Florence was.
“Inferno” – Dan Brown
Isolotto
Ze stonden onder de bomen aan de rand van een soort plein waar diverse paden op uitkwamen. In de verte, aan zijn linkerhand, lag een ellipsvormige lagune met een eilandje, begroeid met citroenbomen en versierd met standbeelden. Het Isolotto. Langdon herkende het beroemde beeld van Perseus op een half ondergedompeld paard dat door het water sprong.
“Inferno” – Dan Brown
Viottolone en looftunnel
‘Het Palazzo Pitti is die kant uit.’ Hij wees naar het oosten, weg van het Isolotto, naar de voornaamste weg door de tuinen – de Viottolone, die van oost naar west over het hele terrein liep. De Viottolone was zo breed als een tweebaansweg en werd omzoomd door ranke, vierhonderd jaar oude cipressen.
In de muur van groen was een kleine, gewelfde opening uitgespaard. Daarachter lag een smalle looftunnel, een berceau, die evenwijdig liep aan de Viottolone en die gevormd werd door een slagorde van steeneiken aan weerszijden die al sinds de zeventiende eeuw zodanig waren gesnoeid dat zich over het pad bogen. De naam van het pad, La Cerchiata, wat letterlijk ‘rond’ of ‘hoepelvormig’ betekende, was ontleend aan de gelijkenis tussen het baldakijn van verstrengelde takken en de duigen van een vat, of cerchi.
Neptunus fontein
‘Vanuit de berceau waren ze over een groot gazon naar een groepje kurkeiken gerend. In de beschutting van de eiken keken ze naar de beroemdste fontein van de Boboli-tuinen, de bronzen Neptunus van Stoldo Lorenzi, gewapend met zijn drietand. ‘De fontein met de vork’, zoals de Florentijnen hem oneerbiedig noemden, gold als het hart van de tuinen.
“Inferno” – Dan Brown
Palazzo Pitti
Langdon ging haar voor in zuidelijke richting, en ze begonnen aan de afdaling van een steile helling. Toen ze de bomen achter zich lieten, kwam het Palazzo Pitti in zicht. Met zijn imposante vleugels links en rechts domineerde het paleis het landschap. Door de rustiek gebosseerde gevel straalde het gebouw gezag uit en had het iets onverzettelijks, wat nog werd benadrukt door de krachtige herhaling van rijen ramen, voorzien van luiken en bekroond door gemetselde bogen.
–
Daarbij staken ze het amfitheater over, waar ooit de eerste opera in de geschiedenis was opgevoerd en dat als een hoefijzer in de flank van de heuvel genesteld lag. Na het amfitheater passeerden ze de obelisk van Ramses II en het weinig geslaagde ‘kunstwerk’ aan de voet daarvan. In reisgidsen werd het omschreven als ‘een kolossaal stenen bekken uit de Thermen van Caracalla, bij Rome’, maar Langdon kon er met de beste wil van de wereld niets anders in zien dan ’s werelds grootste badkuip.“Inferno” – Dan Brown
In de verte, boven de bomen, werden de torens van het historische centrum van Florence zichtbaar. Sienna herkende de rode koepel van de Duomo en de groen-rood-witte spits van Giotto’s klokkentoren. Even kon ze ook de toren van het Palazzo Vecchio onderscheiden met zijn kantelen, hun ogenschijnlijk onbereikbare bestemming.
“Inferno” – Dan Brown
Sienna liet haar blik over de steile wand gaan, op zoek naar een deur of een andere opening, maar het enige wat ze zag, was een nis met daarin het lelijkste beeld dat ze ooit had gezien. Het beeld stelde een naakte, veel te dikke dwerg voor, gezeten op de rug van een reusachtige schildpad. De testikels van de dwerg werden geplet tegen het schild, en uit de bek van de schildpad sijpelde water, alsof hij ziek was. ‘Ik weet wat je denkt,’ zei Langdon, zonder ook maar één moment langzamer te gaan lopen. ‘Dat is Braccio di Bartolo, een beroemde dwerg aan het hof.“Inferno” – Dan Brown
Grotta del Buontalenti
De Grotta del Buontalenti, genoemd naar de architect, Bernardo Buontalenti en oorspronkelijk bedoeld als speelhuis voor jeugdige gasten in het Palazzo Pitti, was waarschijnlijk de merkwaardigste ruimte in heel Florence. De grot telde drie kamers, die met elkaar in verbinding stonden en die waren gedecoreerd met een combinatie van excentriek naturalisme en een gotische overdaad. De decoraties werden gevormd door druipende steenklompen en grillige puimsteenformaties die de talloze gebeeldhouwde figuren leken te verteren of uit te braken. In de tijd van de Medici stroomde er water langs de binnenmuren om verkoeling te bieden in de hete Toscaanse zomers, maar ook om het effect van een echte grot te creëren. Langdon en Sienna hadden zich verborgen in de eerste en tevens de grootste kamer, achter de fontein in het midden. Ze werden omringd door kleurrijke figuren van herders, boeren, muzikanten, dieren en zelfs kopieën van Michelangelo’s vier gevangenen, die leken te worstelen om los te breken uit de vloeibaar ogende rots die hen omhulde. Hoog boven hun hoofd scheen het ochtendlicht door een ronde opening in het plafond, waarin ooit een reusachtige glazen bol had gerust, gevuld met water waarin vuurrode karpers zwommen in het zonlicht.
“Inferno” – Dan Brown
Ingang Corridoio Vasariano
In plaats van de grot binnen te gaan, boog de soldaat plotseling naar links af en verdween uit het gezicht. Waar gaat hij naartoe? Weet hij niet dat we hier zijn? Enkele ogenblikken later hoorde Langdon een hard bonzen – het geluid van iemand die met zijn vuist op een stuk hout slaat. De kleine grijze deur, dacht Langdon. Blijkbaar weet hij ook waar die heen leidt.
“Inferno” – Dan Brown